zondag 27 december 2015

Whiskeytown | Strangers Almanac

Toen eind 1997 Whiskeytowns Strangers Almanac verscheen, had Nederlands meest toonaangevende muziekschrift er slechts een paar woorden voor over. Geen aandacht voor Whiskeytown; geen bladruimte voor Ryan Adams. Een schromelijke vergissing omdat als snel zou blijken dat Whiskeytown naast The Jayhawks en Wilco de countryrock aan een eigentijds imago zou helpen. Voorman Ryan Adams werd en wordt in sommige kringen zelfs beschouwd als de persoon waarin Gram Parsons en Kurt Cobain samengaan.
Als Adams in 1995 de countrymuziek van George Jones en Gram Parsons ontdekt richt hij in Raleigh, North Carolina Whiskeytown op, waarna de band een jaar later getekend wordt door Geffen-dochter Outpost. In 1996 debuteert Whiskeytown met Faithless Street, dat nog allerminst opvalt. De opnamen voor de tweede plaat worden aanvankelijk afgekeurd, waarop Whiskeytown in Nashville, Tennessee wordt opgesloten met producer Jim Scott (Neal Casal, Wilco, The Jayhawks) om het nog eens over te doen. Het valt de rebelse Adams niet mee, niettemin levert het een schitterend album op: Strangers Almanac. 
Opvallend is de organische benadering, vormgegeven door de akoestische gitaren van Adams en van Phil Wandscher, en de fiddle van Caitlin Cary. Het merendeel van de stemmige countryrocksongs wordt bovendien opgeluisterd door Joe Ginty’s Hammond en de pedal steel van maestro Greg Leisz. Whiskeytowns afwisselend weemoedige en rauwe neo-countryrock levert parels op als ‘Inn Town’, ‘Everything I Do’, ’16 Days’, ‘Yesterday’s News’, ‘Turn Around’ en ‘Waiting To Derail’. Gezamenlijk maken ze van Strangers Almanac een baanbrekend album en een ware alt.countryklassieker.
Een klassieker die overigens pas jaren later op ware waarde geschat wordt. En dan is het te laat, want Ryan Adams verlaat het Whiskeytown-schip en verrast in 2000 vriend en vijand met het waarlijk iconische solo-album Heartbreaker. Maar een jaar later blijkt er nog een Whiskeytown-album op de plank te hebben gelegen: Pneumonia is de zwanenzang en het bijna-meesterwerk dat de korte en heftige Whiskeytown-periode fraai afrondt.

Inn Town / Excuse Me While I Break My Own Heart Tonight / Yesterday’s News / 16 Days / Everything I Do / Houses On The Hill / Turn Around / Dancing With The Women At The Bar / Waiting To Derail / Avenues / Losering / Somebody Remembers The Rose / Not Home Anymore  

dinsdag 15 december 2015

Landslide | Two Sided Fantasy

Een album uitgebracht op het grote Capitol-label en toch een debacle, het overkomt Landslide, een veelbelovende rockband uit Westbury in de staat New York. Leadgitarist Billy Savoca vormt zo rond 1969 een duo met zanger Ed Cass, welk duo al snel wordt uitgebreid met een drummer, bassist en slaggitarist afkomstig uit bluesband Trax. Na een paar lokale optredens en de opname van een singletje raakt United Artists geïnteresseerd en laat Landslide eind '71 een album opnemen. Dat laat het label weten dat de band verkocht is aan Capitol en gebeurt er niets. Een jaar later – de band is dan al uit elkaar gegaan – ligt plotseling Two Sided Fantasy in de winkels. Een ontbrekende verkoopcampagne en de slechte verkopen staan in sterk contrast met de muzikale pracht van het album. Landslide heeft een transparante hardrocksound die zowel overeenkomsten heeft met labelgenoten Grand Funk Railroad als met de acid-rock van Moby Grape en de heavy popsound van Big Star. Hemelse melodieën, blues-riffs en slide-gitaar wisselen elkaar af in acht ijzersterke composities, waarvan de machtige openingstrack 'Doin' What I Want' de toon zet. Zachte gitaren en een pastorale sfeer verlenen 'Creepy Feelin' en 'Little Bird' muzikale gratie, terwijl het uitgesponnen 'Everybody Knows (Slippin')' lekker leunt op de sound van Johnny Winters Second Winter en het broeierige 'Dream Traveler' aan Blue Öyster Cult herinnert. Two Sided Fantasy past geheel in de era van kristalheldere hardrock, vermengd met psychedelica en melodieuze rock. Alleen, waar vele bands slagen en grote populariteit verwerven, daar is Landslide onterecht een verliezer. Two Sided Fantasy is desalniettemin een rock classic, een bijzonder obscure rock classic, dat wel.

Doin' What I Want / Creepy Feelin' / Everybody Knows (Slippin') / Dream Traveler / Susan / Sad And Lonely / Little Bird / Happy        

dinsdag 1 december 2015

Jim O’Rourke | Simple Songs



Jim O’Rourke kan als beste beschouwd worden als een avant-gardist. Zijn studie aan de DePaul University in Chicago, Illinois richtte zich op experimentele muziek. Hij collaboreerde met exoten als Mayo Thompson, Henry Kaiser en de New Yorkse noise-rockers Sonic Youth. Hij was voorts betrokken als producer en mixer bij klassieke albums als Wilco’s Yankee Hotel Foxtrot (2002) en Joanna Newsoms Ys (2006). Maar O’Rourke maakte ook onder eigen naam muziek, onder andere met Wilco’s Jeff Tweedy als Loose Fur, en de solo-albums Eureka (1999) en Insignificance (2001) - beide albums min of meer song-georiënteerd. Het is het territorium alwaar O’Rourke het best beluisterbaar is en waar hij van de critici de meeste credits krijgt. Maar rondom die O’Rourke was het lang stil. Tot mei 2015.   
Dan verschijnt Simple Songs, opgenomen in O’Rourke’s nieuwe thuisland Japan - en geheel opgenomen met Japanse musici. O’Rourke breekt dan ook met de traditie om zijn albums te vernoemen naar speelfilms van de experimentele Britse regisseur Nicholas Roeg, want nu heet zijn album simpelweg Simple Songs. Maar simpele songs zijn het allerminst.
O’Rourke is ook beter gaan zingen, bovendien genereert zijn gedubbelde stem fraaie koortjes - hiermee begeeft hij zich op het terrein van de baroque-pop; het terrein van Curt Boettcher en diens fabelachtige There’s An Innocent Face (1972). Vanzelfsprekend haalt O’Rourke binnen zijn fraai geconstrueerde popstructuren het nodige overhoop: jazzy ritmes; pastorale, folky verstilling; dynamische, progressive sfeerwisselingen. Het is allemaal van een doordachte schoonheid. Acht ogenschijnlijke Simple Songs - maar alle rijkelijk voorzien van schitterende arrangementen - met in het hart daarvan de meeslepende, songs ‘Hotel Blue’ en ‘These Hands’, beide geornamenteerd met pedal steel. Piano, orgel en strijkers maken voorts van ‘Last Year’, ‘End Of The Road’ en ‘All Your Love’ barokke meesterstukken met een zware jaren zeventig progrock-lading. Simple Songs is, hoewel misschien te vroeg om te poneren, simpelweg een onmiskenbaar meesterwerk - zoiets als Liam Hayes’ Fed in 2002. Voor beiden geldt: eens komt de erkenning. 

Friends With Benefits / That Weekend / Half Life Crisis / Hotel Blue / These Hands / Last Year / End Of The Road / All Your Love