zondag 31 augustus 2014

The Family Tree | Miss Butters

Bob Segarini wil dolgraag in een band, maar de eerste wordt hij uitgezet wegens te lang haar, de tweede vanwege het roken van marihuana. Dus richt hij in 1966, in Stockton, Californië zijn eigen band op: The Family Tree, dat net als Harry Nilsson bij RCA onder contract komt. Heftig beïnvloed door de psychedelica van Sgt. Pepper en de harmonieën van Pet Sounds creëert Segarina zijn eigen droomwereld met Miss Butters. Na een jaar schrijven op zijn kamertje in Stockton – afgewisseld door rondhangen met Nilsson – heeft Segarini, geïnspireerd door diens vroegere kleuterjuf, tekst en muziek gereed. De bandleden zingen zelf de teksten in, maar spelen geen noot. RCA kiest veilig voor de ervaren studiomusici van The Wrecking Crew. Zeer bijzonder zijn de zware orkestrale arrangementen en het vroege gebruik van de moog. Maar de uitgekiende melodieën en de fabuleus gearrangeerde zangharmonieën zijn de ware smaakmakers van dit barokke popalbum. Miss Butters – het enige album van The Family Tree – is een genegeerd hoogtepunt van de psychedelische pop, waarvoor de visionaire Bob Segarini ten volle de credits verdient.

Birthday/Dirgeday / Melancholy Vaudeville Man / Any Other Baby / Sideshow / Mrs. McPheeney (Has Flu In Her Chest And Has Needed A Rest For so Long) / Butters lament / Simple Life / Slippin' Thru My Fingers / Nine To Three / Lesson Book Life / Nickelodeon Music / Miss Butters / The

zondag 24 augustus 2014

Free | Fire And Water

In 1970 is Free naarstig op zoek naar een hitsingle. Gestart vanuit de blues in 1968 en onafgebroken toerend door Engeland en zelfs door Amerika, lijkt het er niet op dat Free het grote publiek zal bereiken. Paul Rodgers (zang), Paul Kossoff (gitaar), Andy Fraser (bas) en Simon Kirke (drums) hebben reeds twee lp’s gemaakt, maar de doorbraak, is hun heilige overtuiging, moet komen van een single; van een catchy en compact liedje. Na een sloom en mislukt optreden komt de dan 17-jarige Fraser met een riff en heeft in 10 minuten de muziek klaar, waarna Rodgers de simpele tekst over de obligate versiertruc van een playboy toevoegt. Een wereldhit is geboren: ‘All Right Now’. Wel wordt het nummer op aanraden van mentor en platenbaas Chris Blackwell drastisch ingekort, want anders is het te lang voor de BBC. Een wereldhit dus; ‘All Right Now’ verblijft ook in de zomer van 1970 in Nederland langdurig in de Top-10. De langere versie van ‘All Right Now’ is terug te vinden op Fire And Water, de lp die Free in 1970 de welverdiende doorbraak bezorgt. De single is niet het enige selling-point op Fire And Water. Free heeft evenals zijn tijdgenoten – Led Zeppelin, Deep Purple – de traditionele bluesstijl losgelaten en experimenteert met soul- en popstructuren en hoog opgeschroefd volume. Free blijft echter een compact en droog spelende band. Paul Rodgers is de fenomenale zanger die studio-effecten verfoeit, de klassiek getrainde Kossoff heeft een vloeiende en ook priemende gitaarstijl en het karakteristieke basspel van Andy Fraser is droog knorrend. ‘Fire And Water’ en ‘Mr. Big’ worden klassiekers op het live-repertoire van Free, maar de schoonheid zit hem in de epische en subtiele hardrocksongs als ‘Oh I Wept’,‘Heavy Load’ en in uitbundige mate in ‘Don’t Say You Love Me’. Fire And Water wordt in navolging van ‘All Right Now’ met lof overladen, Free wordt een goedbetaalde live-act en speelt samen met Jimi Hendrix, The Who en The Doors op voor 200.000 mensen op het Isle Of Wight-festival. The sky is the limit, voor een aantal jaren althans.

Fire And Water / Oh I Wept / Remember / Heavy Load / Mr. Big / Don’t Say You Love Me / All Right Now



vrijdag 22 augustus 2014

Blues Pills | Blues Pills



Blues Pills is een heel jonge band die oude muziek maakt. Blues Pills, de naam verraadt het al, is een bluesrockband zoals er begin jaren zeventig tientallen waren. Zoals Free, Humble Pie en Led Zeppelin. Blues Pills is ook zo'n band: een straffe ritmesectie, dominante zang en een briljante gitarist. Twee Amerikanen, een Zweedse zangeres (Elin Larsson) en een Frans snarenwonder van krap 18 jaar (Dorian Sorriaux). De beide laatsten stelen de show op het titelloze debuut dat ook nog eens lekker vintage seventies werd geproduceerd door Don Alsterberg, bekend van de stonerrockers van Graveyard. Blues Pills gaat heerlijk tekeer in slepende rockers als 'Jupiter', 'Black Smoke', 'Devil Man' en 'Astralplane' en imponeert in slow blues-songs als 'Black' en de weergaloze afsluiter 'Little Sun'. De lieftallige Larsson heeft net zo'n lekkere rauwe stem als destijds Maggie Bell van Stone The Crows en Elkie Brooks van Vinegar Joe. Het samenspel tussen haar stem en de fabuleuze solo's van Sorriaux maken van Blues Pills' debuut een dampende, opwindende, glorieuze retroklassieke bluesrockplaat.

High Class Woman / Ain't No Change / Jupiter / Black Smoke / River / No Hope Left For Me / Devil Man / Astralplane / Gypsy / Little Sun

dinsdag 19 augustus 2014

Formerly Fat Harry | Formerly Fat Harry


Een onmiskenbaar hippie-collectief; vele bezettingswisselingen en naamswijzigingen leiden in 1969 tot Fat Harry. Fat Harry zijn Westcoast-hippies die in Londen gestrand zijn; althans Bruce Barthol, bassist van Country Joe and The Fish, heeft wat oude vrienden uit San Francisco opgetrommeld en naar Engeland gehaald. De Amerikanen hebben invloeden van The Band en Little Feat meegenomen naar Londen en in 1970 noopt een zoveelste wisseling in de bezetting tot een nieuwe naam: Formerly Fat Harry. En Formerly Fat Harry speelt sfeervolle countryrock – en sluit daarbij feilloos aan bij Brinsley Schwarz en Eggs Over Easy (ook al Amerikaanse expats in Londen). Formerly Fat Harry komt via het management van Pink Floyd onder contract bij het progressieve Harvest-label en brengt in 1971 het titelloze debuutalbum op de Britse markt, waarvoor overigens geen enkele belangstelling is. Jammer, want Formerly Fat Harry is welbeschouwd een schitterend album dat is samengesteld uit wonderschone countryrock-liedjes. Piano, orgel, een incidentele sax, vloeiende gitaarsolo's en ronduit prachtige zang stuwen liedjes als 'My Friend Was A Pusher', 'About My life', 'I Saw The Ringing Of The Bell', 'Tell Me All About It' naar eenzame hoogten. In 1971 afgeschreven als saai en onbetekenend gaat Formerly Fat Harry's album – en de band zelf ook – groots ten onder. Achteraf weten wij beter: een sfeervol, warmbloedig en voortreffelijk klassiek countryrock-album.

Passing The River / My Friend Was A Pusher / About My Life / Please Go Away / I Saw The Ringing Of The Bell / Tell Me All About It / Captain Heart / Goodbye For Good

zaterdag 16 augustus 2014

Pan | Pan

Pan: een Deense rockband met een Franse voorman en van internationale klasse. Slechts een album, het gelijknamige Pan uit 1970, maar wel een bijzonder overtuigend album op het snijvlak van elektrische blues, Westcoast-psychedelica en hardrock. In de zomer van 1969 richt de Fransman Robert Lelievre Pan op uit de resten van diverse Kopenhaagse bands. Het allereerste optreden van de prille band is een opname voor de Deense televisie; pas daarna volgen live-optredens. Het vijftal wordt snel opgepikt en neemt in januari 1970 de debuutsingle 'Right Across My Bed' op, de maanden daarop gevolgd door de de opnamen voor de debuut-lp. Alleen worden bij een inbraak in de auto van de producer alle tapes gestolen, zodat Pan de debuutplaat voor een tweede keer opneemt. In mei 1970 komt Pan, versie II, op de markt in slechts een persing van 1.000 stuks. Een indrukwekkende plaat met een fantastisch helder geluid, uitstekend spel en dynamische songs die moeiteloos schakelen tussen heavy en lichtvoetig. Akoestische gitaren, orgel, cello en de meanderende, warmbloedige elektrische gitaar van Thomas Puggaard-Müller geven kleur aan de tien veelal schitterende songs, die in de lyrische passages Westcoast-invloeden als Moby Grape en C,S.N&Y oproepen. Opmerkelijk zijn de twee Franstalige tracks, waaronder het prachtige 'Il N'y A Pas Si Longtemps De Ça', maar nog opmerkelijker de subtiel en slepend voorbijtrekkende hoogtepunten van een imponerend rockalbum: 'They Make Money With The Stars','To Get Along Alone' en de zinderende afsluiter 'Lady Of The Sand'. De Deense critici geven Pan terecht een warm onthaal; het album genereert vele optredens op festivals, maar het album verkoopt desondanks weinig. Nog in 1970 valt Pan gedesillusioneerd uiteen – overigens wel met een bonafide Deense klassieker op het conto.

My Time / If / Song To France / They Make Money With The Stars / Il N'y A Pas Si Longtemps De Ça / Many Songs Have Been Lost / Tristesse / To Get Along Alone / We Must Do Something Before The End Of The Day / Lady Of The Sand



donderdag 14 augustus 2014

Buddy Miller | Poison Love

Singer-songwriters als John Hiatt en Steve Earle steken niet onder stoelen of banken dat ze de platen van Buddy Miller fantastisch vinden. En ook de grande dame van de country, Emmylou Harris, heeft Miller hoog zitten, want regelmatig is hij gitarist in Harris' begeleidingsband. Wonderlijk genoeg is Buddy Miller al een stuk in de veertig als hij in 1995 debuteert met Your Love And Other Lies. Vanaf die plaat is Miller een ware country-cultheld. Miller wordt geboren in Ohio, groeit op in New Jersey, vestigt zich in Manhattan en trekt in de jaren zeventig door het land met zijn country- en bluegrassband Partners In Crime. In Austin, Texas ontmoet hij de vrome countryzangeres Julie Griffin, met wie hij trouwt en een onafscheidelijk duo vormt. Vanaf eind jaren tachtig brengt Julie Miller religieus getinte platen uit, terwijl echtgenoot Buddy jarenlang geduld oefent – en met Jim Lauderdale optreedt. Eenmaal woonachtig in Nashville, Tennessee richt het echtpaar in hun achterkamer een studio in – Dogtown – en neemt Buddy zijn en Julie's songs op, met Your Love And Other Lies als resultaat. Twee jaar later, in 1997, ontvangt Miller in zijn Dogtown-studio wederom vele muzikale vrienden die hem begeleiden op wat zijn tweede album zal worden: Poison Love. In het titelnummer, een aanstekelijke uitvoering van mrs. Elmer Lairds countryclassic, is het Steve Earle die de harmoniezang doet, terwijl topmuzikanten als drummer Blady Blade, bassist Daryl Johnson, gitarist Gurf Morlix en pedal steelspeler Al Perkins Miller begeleiden op countryslijpers 'Baby Don't Let Me Down' en 'Lonesome For You' en de bluegrass van 'Love In The Ruins'. Natuurlijk duetteert Buddy met zijn Julie – op het smachtende 'Draggin The River' en op de aanklacht tegen het gebruik van landmijnen, het fantastische '100 Million Little Bombs' – maar op dit terrein gaat Buddy ook vreemd met niemand minder dan Emmylou Harris. Gezamenlijk stuwen ze 'Don't Tell Me' en een superieure cover van Otis Reddings 'That's How Strong My Love Is' naar grote hoogten: naar countrysoul-heaven. En zo is Poison Love een ronduit grandioos album dat soul en blues perfect laat samensmelten met eigentijdse country. Niet voor niets wordt de laatbloeier Buddy Miller gezien als een van de grote vernieuwers van een ouderwets genre als country.

Nothing Can Stop Me / 100 Million Little Bombs / Don't Tell Me / Poison Love / Baby Don't Let Me Down / Love Grows Wild / Love In The Ruins / Draggin The River / Help Wanted / That's How Strong My Love Is / Lonesome For You / I Can't Help It / Love Snuck Up

dinsdag 12 augustus 2014

Urge Overkill | Saturation

Met Urge Overkill denkt Geffen de opvolger van Nirvana binnen te halen. Vergeet het maar, daar zijn National ‘Nash’ Kato (zang, gitaar, toetsen), ‘Eddie’ King Roeser (zang, bas, gitaar) en Blackie Onassis veel te bijzonder voor. Het punkrocktrio uit Chicago, Illinois, speelt jarenlang voor anderhalve man en een paardenkop, brengt zijn eerste platen uit op het bulldozerpunk-label Touch & Go en covert en passant liedjes van Neil Diamond, Jimmy Webb en Hot Chocolate’s ‘Emma’. Maar met de komst van een kitscherige kledinglijn en op effectbejag gerichte glitterpop gaat het roer om: hier zijn de nieuwe helden, met een knipoog, dat wel. Het drietal neemt zijn derde plaat op in Philadelphia, in het hart van de seventies philly-soul, met hiphopproducers The Butcher Brothers. In drie weken staan de twaalf songs op tape, met minimale overdub en een directe, frontale sound. Het drietal houdt bij de release van Saturation een nieuwe kledinglijn ten doop van kitscherige glimmende pakken en slicke bordeelsluipers. Kato, Roeser en Onassis dragen bovendien medaillons om de nek zo groot als onderzetters. Kitsch onder een vergrootglas, Amerikaans ten voeten uit. Saturation, voorzien van een nepperig hoesje en met bijgeleverde UO-sticker, sluit hier naadloos op aan, maar bevat wel urgente en aanstekelijke gitaarpop met zowel evidente glamrock-invloeden als een schatplichtigheid aan radiovriendelijke hardrock. Zo is ‘Bottle Of Fur’ gezegend met een lekker Mud-intro en ‘Erica Kane’ – vernoemd naar een soapsterretje – een stevige rocker. Maar meer classic style-hardrock – in de beste Blue Öyster Cult-traditie – is de knallende openingstrits ‘Sister Havana’, ‘Tequila Sundae’ en ‘Positive Bleeding’, waarin de gitaren riffen en schuren. Het ultieme popgevoel komt naar boven in ‘Back On Me’ dat voortdrijft op een cadans van akoestische gitaren en kartonnen drums, en het afsluitende ‘Heaven 90210’ dat maatschappijkritiek combineert met een bitterzoete gevoeligheid. Zoals gezegd, de nieuwe Nirvana zijn ze niet, worden ze niet. Maar dan komt het succes uit onverwachte hoek: Urge Overkills cover van Neil Diamonds ‘Girl, You’ll Be A Woman Soon’ wordt een hit doordat deze op de soundtrack van Tarantino’s Pulp Fiction is opgenomen. Om bij dit succes aan te haken laat Geffen Urge Overkill nog een plaat maken, maar Exit The Dragon brengt niet wat werd gehoopt. Exit Urge Overkill, voorlopig.

Sister Havana / Tequila Sundae / Positive Bleeding / Back On Me / Woman 2 Woman / Bottle Of Fun / Crackbabies / The Stalker / Dropout / Erica Kane / Nite And Grey / Heaven 90210