vrijdag 26 september 2014

Lucinda Williams | Where The Spirit Meets The Bone



 


Sinds 1998 – sinds Car Wheels On A Gravel Road – is Lucinda Williams de grande dame van de americana. Keer op keer bevestigde zij haar onbetwiste status met een adembenemende serie albums – van Essence (2001) tot Blessed (2011). Maar wie haar live aan het werk gezien heeft moet ook erkennen dat de jaren beginnen te tellen voor Lucinda (geboren 1953). Alleen al om die reden is het uiterst verheugend dat het dubbelalbum Where The Spirit Meets The Bone een gedreven en gepassioneerde Lucinda Williams laat horen, als was het 1998. Williams heeft inmiddels haar eigen platenlabel en is dus volledig in controle over haar eigen – schitterende – muziek. Voor Where The Spirit Meets The Bone beschikte Williams over een keur aan muzikanten, zoals Greg Leisz (pedal steel en productie), Bill Frisell (gitaar), Tony Joe White (gitaar), Ian McLagan (toetsen), Jakob Dylan (zang) en Elvis Costello's vaste ritmesectie. Het resulteert in een rauw en ongepolijst klankbeeld waarin Williams met haar schuurpapieren stem glorieert. Where The Spirit Meets The Bone bevat 20 nummers en bestrijkt het gehele terrein tussen countryrock en countrysoul; rauwe gitaarliedjes wisselen soulvolle ballads af. Ondertussen spat de urgentie van de groeven ( dan wel het bi-carbonaat van de cd) en geeft La Williams blijk van een huizenhoge ambitie en dito intensiteit. In die zin gelijkt Where The Spirit Meets The Bone nog het meest op Lucinda's fameuze live-dubbelaar Live @ The Fillmore (2005). Where The Spirit Meets The Bone is een ware tour de force – 20 gedreven songs met als slotstuk een cover van J.J. Cale's Magnolia – en een definitief bewijs van Lucinda Williams' importantie voor americana en alt.country.

Compassion / Protection / Burning Bridges / East Side Of Town / West Memphis / Cold Day In Hell / Foolishness / Wrong Number / Stand Right By Each Other / It's Gonna Rain / Something Wicked This Way Comes / Big Mess / When I Looked At The World / Walk On / Temporary Nature (Of Any Precious Thing) / Everything But The Truth / This Old Heartache / Stowaway In Your Heart / One More Day / Magnolia 

zondag 21 september 2014

Kansas | Leftoverture

In het midden van de jaren zeventig maken zes boerenzonen uit het Midwesten naam met een onwaarschijnlijke combinatie van symfonische rock en southern rock. Onwaarschijnlijke mag het zijn; de bandnaam is voor de hand liggend en simpel: Kansas. Met veel bravoure laat de band zien dat ingewikkelde op klassieke leest gestoelde passages uitstekend blijken samen te gaan met harde boogierock. Opgericht in Topeka, Kansas in 1970 en opgepikt door Monkees-bedenker Don Kirshner hebben Steve Walsh (zang, toetsen), Kerry Livgren (gitaar, toetsen), Robby Steinhardt (zang, viool), Rich Williams (gitaar), Dave Hope (bas) en Phil Ehart (drums) er in 1975 al drie lp's op zitten. De druk om door te breken neemt echter toe en als de voornaamste songschrijver Steve Walsh onder een writer's block zucht en alle druk op de schouders ligt van de sneeuwwitte gitarist Kerry Livgren. De band worstelt met een gebrek aan nieuwe songs, maar Livgren ontstijgt zichzelf en beleeft een koortsachtige creatieve periode. Vlak voor de opnamen krabbelt Livgren nog een idee voor een nieuw liedje op papier, en een Amerikaanse monsterhit is geboren: 'Carry On Wayward Son'. Het voert een lp aan die Kansas een grootse doorbraak oplevert. Leftoverture – met een op de hoes een in denken verzonken Leonardo Da Vinci – kent een sprankelend heldere productie – van roadie Jeff Glixman – waarin vooral de samenzang van Walsh en Reinhardt en de gitaarduellen van Livgren en Williams eruit springen, met een groots resultaat in 'The Wall', 'What's On My Mind'. 'Opus Insert' en de meer epische, symfonische songs 'Miracles Out Of Nowhere' en 'Cheyenne Anthem'. Walsh is de uitstekende zanger, en zijn en Livgrens spel op moog, clavinet en ARP-synthesizer zijn de extra smaakmakers. Kansas weet echter niet altijd de valkuil van té complexe songs te omzeilen en verliest zich aldus een enkele keer in pompeuze overdaad, zoals in 'Magnum Opus' – al is het intro daarvan werkelijk groots. Leftoverture is zeker grotesk, maar de niet eerder gehoorde symfonische southern-boogie-hybride maakt van het album een millionseller en van Kansas dé rock-cowboys van het Midwesten en heersers van de plattelandssporthal en dorps-arena. Leftoverture gaat drie miljoen keer over de toonbank en wordt opgevolgd door de nog grotere successen Point Of Know Return (1977) en Monolith (1979), waarna de band langzaam begint af te brokkelen.

Carry On Wayward Son / The Wall / What's On My Mind / Miracles Out Of Nowhere / Opus Insert / Questions of My Childhood / Cheyenne Anthem / Magnum Opus



maandag 15 september 2014

Freedom | Nerosubianco

In 1967 gewipt uit Procol Harum, beginnen drummer Bobby Harrison en gitarist Ray Royer een eigen band: Freedom. Het viertal, mede vanwege de zwierige orgelsound van Mike Lease, leunt zwaar op de barokke, uitbundige geluid van Procol Harem. Als Freedom op het platteland zijn sound aan het ontwikkelen is, krijgt hun management het voor elkaar dat de band de soundtrack voor een Italiaanse film mag componeren en opnemen. In de Londense Olympic Studios neemt Freedom met engineers Eddie Kramer en Glyn Johns de soundtrack op van de Dino De Laurentis-productie, de softpornofilm Nerosubianco. Maar het filmproject komt niet tot daadwerkelijke realisatie, wel verschijnt er in 1968 een veelbelovende single van Freedom, maar meningsverschillen tussen de bandleden doet de band al begin 1969 uiteenvallen. Dan blijkt jaren later, en onwetend bij de band, dat de Italiaanse vestiging van Atlantic Records de soundtrack wel op de markt geslingerd heeft. Nerosubianco is een curieus psychedelisch album, bestaande uit dertien afgeronde songs die opgetrokken zijn uit soulvolle zang, een zware Hammond-sound en geestverruimende acid-gitaren. Uit niets blijkt dat Nerosubianco een filmsoundtrack is, daarentegen zijn de op zichzelf staande tracks fraaie staaltjes van song-georiënteerde Britse psychedelica. Nerosubianco is letterlijk een curiosum.

To Be Free / The Better Side / Attraction-Black On White/With You / The Butt Of Deception / The Truth Is Plain To See / Childhood Refelctions / Seeing Is Believing / You Won't Miss / Born Again / Decidedly Man / Relation / We say No / The Game Is Over

woensdag 10 september 2014

Shiloh | Shiloh

The Battle of Shiloh was een van de bloedigste veldslagen uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Op 6 en 7 april van 1862 bevochten 110.000 Amerikaanse soldaten elkaar aan de oevers van de Tennessee, ter hoogte van een houten kerkje; de Shiloh Church. Shiloh is ook de naam van een countryrockband uit het noordoosten van Texas. In 1970 haalt Kenny Rogers de Texanen naar Los Angeles, waar ze met Rogers als producer hun enige lp opnemen. Het zelfgetitelde album is een fascinerende plaat waarop het vijftal countryrock, swampblues en rootsrock combineert tot een broeierige en samenhangend geheel. Shiloh wisselt de zompige rock van 'Simple Little Down Home Rock & Roll Love Song For Rosie' en 'Swamp River Country' af met de puurst denkbare countryrock van 'Same Old Story' en 'I'm Gone'. In beide gevallen excelleert Al Perkins op slidegitaar, respectievelijk pedal steel. Het hoogtepunt van dit enige album van Shiloh is de hartverscheurend fraaie afsluiter 'God Is Where You Find Him'. Maar het is tegen dovemansoren gezegd; eenmaal in L.A. Is de band met daarin gitarist Perkins, toetsenist Jim Ed Norman en de neven Mike en Richard Bowden geen lang leven beschoren. De drummer, zanger en songschrijver vertrekt naar de band van Linda Ronstadt, ontmoet daar de helft van het countryrockduo Longbranch Pennywhistle en richt met hem samen een band op: The Eagles.

Simple Little Down Home Rock & Roll Love Song For Rosie / I'm Gone / Left My Gal In The Mountains / It's About Time / Swamp River Country / Railroad Song / Same Old Story / Du Raison / Down On The Farm / God Is Where You Find Him


dinsdag 2 september 2014

The Moondoggies | Adiós I'm A Ghost


Toegegeven, de bandnaam is nogal ridicuul, maar wat The Moondoggies te bieden hebben vergoedt heel veel. The Moondoggies komen uit Seattle en net als hun stadsgenoten Fleet Foxes bedienen ze zich van meerstemmige zang, maar waar Pecknold c.s. zich op folk baseren, daar richten The Moondoggies zich op countryrock. En dat pakt op hun derde plaat Adiós I'm A Ghost wonderlijk goed uit. Er zijn overduidelijk schaduwen van The Band, Neil Young and Crazy Horse en The Grateful Dead waar te nemen, maar natuurlijk voelen de vijf maanhondjes de tijdgeest heel goed aan: gestapelde vocalen, elektrische piano en reverb-gitaren zorgen voor een hip indie-americana muzikaal decor. The Moondoggies hebben een lekker gruizige sound, terwijl de productie warm en helder is, zodat – met als hard bewijsmateriaal liedjes als 'Annie Turn Out The Lights', 'Midnight Owl', 'A Lot To Give' en het epische 'Don't Ask Why' – Adiós I'm A Ghost even retro-psychedelisch als alt.country is. En ronduit voortreffelijk.

I'm A Ghost / Red Eye / Annie Turn Out The Lights / Midnight Owl / Pride / A Lot To Give / Stop Signs / Start Me Over / One More Chance / Back To The Beginning / Don't Ask Why / Adiós I'm A Ghost